Galaten 3:22 ‘Maar de Schrift heeft heel de mensheid opgesloten in de gevangenis van de zonde, zodat zij die geloven de beloofde gave zouden krijgen, op grond van het geloof in Jezus Christus.’
Door Adam is de hele mensheid onder de heerschappij van de zonde gekomen. Hoe goed je ook je best doet, je komt er niet onderuit. Niemand kan daardoor aanspraak maken op Gods zegen, Hij kan die alleen schenken, als een echt cadeau. God heeft vanaf Adam gesproken over verlossing en bevrijding, over een redder die komen zou. Maar dat kon nooit een mens zijn die uit Adam was geboren. De enige redder kon God zelf zijn. Hij was de enige die niet onder de heerschappij van de zonde viel. Daarom was Jezus de enig mogelijke verlosser. Hij heeft niet gezondigd en is voor de zonde niet bezweken. Daarom kon Hij verlossen. Alle schuld van Adam werd op Hem gelegd, Hij droeg alle gevolgen en rekende ermee af. Zo opende Hij de weg naar vrijheid en herstel voor alle mensen. De enige voorwaarde die God stelt, is dat we dit geloven. Dat we geloven verlost te zijn uit de macht van ziekte, zonde en dood door het bloed en de dood van Jezus. Hij heeft door een offer ons voor altijd volmaakt gemaakt. Zoals we het beeld hebben gedragen van Adam, zo dragen we nu het beeld van Christus, niet uit onszelf, maar uit genade.