Galaten 6:9 ‘Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is.’
Het goede doen, dat is kennelijk belangrijk, maar wat is dat dan? De rijke jongeling kwam bij Jezus en vroeg: ‘Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?’ We zijn altijd maar weer bezig met de vraag: wat moet ik doen? Doe ik het goed, doe ik het verkeerd? Is God tevreden met me of niet? Zal ik behouden zijn of worden afgewezen? Allemaal vragen die er niet toe doen. Want waar gaat het over in dit vers? Over ons gedrag? Nee, het gaat over onze bron. Leef je vanuit jezelf, of leef je vanuit God. Vertrouw je op jezelf, of vertrouw je op God? Dat is bepalend voor de oogst. In het vers hiervoor schrijft Paulus over twee akkers. De ene brengt de dood voort, de andere het leven. Het goede doen betekent dat je op de akker van de Geest zaait. Dat je je laat leiden door wat God je openbaart over Jezus. Het gaat niet om jou, maar om Hem. Hoe beter je Hem leert kennen, hoe beter het met jou zal gaan. Je moet niet iets doen, maar iets weten. Namelijk dat je zonden zijn vergeven en dat Gods gunst op je leven rust, omdat je in Christus bent. Dat te beseffen en uit dat besef te leven, is het goede doen. Dat gaat een rijke oogst geven.