Johannes 8:10-11 ‘Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, heer, ‘zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet, ‘zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’
Ben jij wel eens op heterdaad betrapt? Dan helpt ontkennen niet meer, er is geen rechtvaardiging, je kunt het niet meer ongedaan maken. Wat overblijft is schuld en schaamte. Dit is het probleem van ieder mens, niemand uitgezonderd. Voor mensen kunnen we nog wel iets verbergen, maar niet voor God. In die geestelijke diepte komt Jezus naar je toe en zegt: ‘Ik veroordeel je niet. Ga heen (in vrede) en zondig niet meer.’ De FarizeeĆ«rs – ook de religieuzen van onze tijd – draaien dit om. Ze zeggen dat je eerst moet stoppen met zondigen en dat er daarna vergeving is. Maar bij God is dat precies andersom. Eerst is er liefde en genade van Zijn kant en daarna mogen wij daarop reageren door niet meer te zondigen. Wanneer we toch zondigen, is er opnieuw genade, dan is er een Voorspraak bij God. Jezus reinigt ons voortdurend met Zijn bloed, zodat we voor eeuwig rein blijven in Gods ogen. Wanneer we beseffen hoe Hij ons liefheeft en alles schenkt, verdwijnt de behoefte om te zondigen. Dat is de vrucht van genade.