Spreuken 15:19 ‘Het pad van een luiaard is vol dorens, de weg van de oprechten is geëffend.’
God houdt niet van luiheid. Zelfs Adam en Eva kregen nog wat te doen in hun perfecte omgeving. De mens is geschapen om vruchtbaar te zijn, om te produceren. Zelfs kleine kinderen komen al vol trots hun krassen op papier laten zien. Het doet ze goed, ze hebben iets gemaakt. Wie lui is laat alles maar over zich heen komen. De dorens en distels groeien vanzelf je pad dicht. Voor luie mensen wordt het steeds moeilijker een begaanbare weg te vinden. Dat is geestelijk ook zo. Genade ontvangen betekent niet dat je niets hoeft te doen. Jezus zat ook niet stil, maar Hij was vol genade en waarheid. Genade is de bron waaruit je leeft. Je fouten zijn al bij voorbaat door God vergeven, je wordt niet meer veroordeeld. Dat moet je juist aansporen uit te blinken in ijver, om samen met God je weg vandaag te gaan. De weg van oprechten wordt niet geëffend, maar hij is al geëffend. God heeft alle dorens en distels uit genade voor je weggehaald.