zaterdag 17 december 2022

Als niemand je kan helpen

Job 17:3 ‘Stel U zelf als mijn borg bij U; wie anders zal voor mij handslag geven?’ 

Job zat diep in de ellende en niemand kon hem helpen. Zijn kennissen en vrienden hadden hem beschuldigd en verlaten, zijn vrouw evenzo. De enige waarin Job nog hoop kon hebben was God. Job verweet God ook dat Hij hem onschuldig liet lijden, maar toch wist hij ook, alleen God kan mij redden. ‘Wees Gij mijn borg,’ zegt hij. Gelukkig heeft Job niet hoeven wachten tot de komst van Jezus. Al snel leerde Job dat hij fout zat en dat hij zijn houding ten opzichte van God moest herzien. ‘Ik kende U niet,’ zei hij. ‘Ik had slechts van U vernomen.’ Dat is het verschil. God kennen is heel iets anders dan van God gehoord hebben. Het gebed van Job is inmiddels verhoord en meer dan vervuld door Jezus. Hij gaf niet alleen Zijn hand, maar Zijn hele lichaam en Zijn hele leven. Hij is onze borg voor eeuwig. Maar het grootste verlangen van God is dat we Hem leren kennen. En dat begint ermee, dat je Hem gaat vertrouwen, zelfs in de zwaarste omstandigheden. Zijn trouw is je enige zekerheid in dit leven.