1Koningen 17:4 ‘Gij kunt uit de beek drinken, en Ik heb de raven geboden u daar van spijze te voorzien.’
Deze passage uit het boek Koningen en uit het leven van Elia geven aan hoe God voorziet. God is Jehova Jireh, de God die erin voorzien zal. Elia werd door God naar de beek Krith gestuurd en moest daar wachten. Hij kon daar drinken uit de beek en de raven brachten hem spijze. Dat is niet normaal, dat is bovennatuurlijk. Toch ziet het er heel normaal uit, water, vogels, spijs, het zijn aardse gerechten die op een bovennatuurlijke manier voorzien. Veel mensen zien Gods werken niet, omdat het er zo gewoon uit ziet. Er komt iemand langs, op de koffie, die door God kan zijn gestuurd om je te bemoedigen. Je krijgt een kaartje met een mooie tekst, of je vindt geld op de mat, dat iemand door de brievenbus heeft geschoven. Kleine dingen, die toch groot zijn, omdat God erachter zit. Elia wist het, want God had het gezegd, maar toch, elke dag opnieuw, je gaat er aan wennen. Dat deed Israƫl met het manna, ze kregen er zelfs genoeg van, sommigen walgden zelfs van Gods hemelbrood. God is onze voorziener. Hij heeft voorzien en zal voorzien. Jezus is onze voorziening, maar vergeet niet in de gewone dingen ook Gods hand te zien.