1Koningen 2:33 ‘…, maar David, zijn nageslacht, zijn huis en zijn troon zullen voor altoos vrede hebben van de HERE.’
Aan David had God de belofte gegeven dat er altijd een nazaat van hem op de troon zou zitten in Jeruzalem. Die belofte is vervuld en de laatste nazaat op de troon is Jezus. Hij wordt Davids zoon genoemd, omdat Hij de beloofde zoon is, die voor God een huis zou bouwen. Salomo bouwde een huis van steen, maar Jezus, de Vredevorst, bouwt een huis voor God, waarvan God zelf de bouwmeester is. Zijn huis zijn wij en Jezus is onze koning en hogepriester. Zijn vrede regeert tot in eeuwigheid in ons hart en op Zijn troon. Gods beloftes zijn in Christus vervuld en door Hem erven wij wat beloofd is, vrede en vreugde voor eeuwig onder het koningschap van De Zoon van David.