Mattheüs 14:31 ‘Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem: Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?’
Er wordt geleerd, dat je door je fouten afstand schept tussen jou en God, maar het tegendeel is waar. Toen Adam en Eva zondigden, was God er meteen bij om hen te bedekken en een oplossing te beloven. Toen Kaïn Abel doodde, was God er meteen bij om Kaïn te bemoedigen en te beschermen. Natuurlijk dragen we de gevolgen van verkeerd gedrag, maar dat is geen straf van God. God is genadig en als de zonde toeneemt, is Zijn genade meer dan overvloedig, altijd meer dan de zonde. Toen Petrus niet langer uit geloof over het water wandelde, maar bang werd van wat hij zag, greep Jezus terstond zijn hand. Er was geen veroordeling, maar verbazing. Waarom Petrus, waarom bleef je niet geloven? Waarom ben je gaan twijfelen? Waarom gaan wij soms twijfelen aan Gods genade? Omdat er een vijand is die dat stimuleert. Of omdat ons geloof nog niet voldoende is uitgehard, nog niet is beproefd tot het einde. Of omdat ons verstand het geloof tegenspreekt, of,.. er kunnen veel redenen zijn waarom we soms twijfelen. God veroordeelt ons niet, maar komt met Zijn hand. Hij grijpt ons vast en zet ons weer overeind. Daar leren we van. Zo worden we volwassen in ons geloof. Laat je niet ontmoedigen, laat je niet wijsmaken dat God teleurgesteld in je is, of boos op je. Hij grijpt je vast en laat je nooit los. Maar Hij mag best vragen naar het waarom. Hij is immers betrouwbaar. Waarom zou je dan twijfelen?