Genesis 3:22 ‘Toen dacht God, de HEER: Nu is de mens aan ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven.’
Veel mensen zien de verbanning uit de hof van Eden als een terechte straf van God op het zondige gedrag van Adam en Eva. Ze werden uitgesloten van de boom des levens. Maar was dat wel een straf? Want tegelijkertijd kondigt God aan dat het zaad van de vrouw (Jezus) de kop van de slang zou vermorzelen. Na de zonde zocht God meteen Adam en Eva op, niet om ze te straffen, maar om ze te helpen. Hij kwam met een bedekking voor hun naaktheid. Hij wilde voorkomen dat de mens voortaan gebukt zou gaan onder de dramatische gevolgen van hun keuze. God zelf zou een nieuwe weg naar de boom des levens openen. Als nieuwe schepping zou de mens weer toegelaten worden, niet als zondaar. De zonde kreeg geen eeuwige toegang tot het leven, de dood moest eerst worden vernietigd, dan zou de weg naar Gods leven weer hersteld zijn. God geeft ons eeuwig leven, wij mogen dagelijks de vruchten eten van de boom des levens, dat is Jezus. Maar niet als zondaar, want dat zijn we niet meer. Door de dood en opstanding van Jezus zijn we gerechtvaardigd en leven we als kinderen van God, als nieuwe scheppimgen in Zijn hof.